Er zijn een aantal redenen om er voor te pleiten dat mannen werkzaam in het kinderdagverblijf een meerwaarde. Mannen brengen vaak een frisse wind binnen het team van medewerkers van het kinderdagverblijf. Ze hebben een interesse en zienswijze die onderbelicht lijkt.
Een positief rolmodel
In de eerste plaats voor jongens, maar ook voor meisjes, is in studies al vaker aangetoond dat mannelijke rolmodellen positieve effecten hebben. Dat geldt voor het onderwijs waar naast de juffen opnieuw meer meesters moeten komen. En dat geldt zeker ook voor de kinderopvang. ‘Mannen laten kinderen graag spelenderwijs dingen ontdekken. Wat voor veel vrouwen “iets stuk maken” is, betekent voor hen eerder “iets uit elkaar halen”. Het principe van , dingen uitproberen en ervaringen opdoen, ligt hen meestal beter. Meestal zijn ze ook actiever. De omgang van mannen met kinderen wordt vaak als “meer stoeiend” omschreven, in de communicatie zouden ze directer zijn. Voor kinderen is dat alleen maar verrijkend. Hoe meer verschillende stijlen ze in de opvang kunnen ondervinden, hoe groter de kans dat er een stijl is die bij hen past. Voor vrouwelijke collega’s is het natuurlijk soms wat aanpassen, zo’n andere stijl.’
Stoeien en ravotten, zich voor handenarbeid en techniek interesseren, klauteren en fysieke grenzen uittesten: dat kunnen vrouwen in principe ook,maar vaak hebben ze hier simpel gezegd geen zin in.
Ook meisjes hebben een voorbeeld van een man nodig. Ze worden zelfbewuster, wanneer ze van hun vader en andere mannen serieus genomen en ondersteund worden.
Goede omgang tussen mannen en vrouwen waarbij ze elkaar ondersteunen en elkaar met respect behandelen, kunnen jongens en meisjes alleen meemaken, wanneer er in hun dagelijkse leven ook mannen en vrouwen zijn.
Een Duits onderzoek heeft aangetoond dat leidsters beter contact met meisjes hebben dan met jongens.
Hoogleraar Louis Tavecchio (universiteit Amsterdam, hoofdonderzoeker van een groot wetenschappelijke onderzoek dat het belang van mannelijke eigenschappen en kwaliteiten in de kinderopvang systematisch onderzoekt. Het onderzoek wordt uitgevoerd door promovenda Marleen van Polanen):
“Het is negatief voor de ontwikkeling van jongens dat er vrijwel alleen maar kinderdagverblijf leidsters zijn. Jongens hebben mannen nodig om zich mee te identificeren”.